Auteur: vwfadmin

Dodenherdenking 2025: tekst voordracht heer Jaap Ketelaar

Tijdens de Dodenherdenking 2025 sprak Jaap Ketelaar, zoon van de op 6 september 1944 gefusilleerde Warmondse burgemeester Ketelaar, zijn herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog uit. Op veler verzoek hieronder de tekst van diens voordracht:

“Toen de oorlog uitbrak in mei 1940, was ik 2 jaar. En had ik natuurlijk geen enkel besef van wat er gebeurde. Het duurde tot ongeveer het derde oorlogsjaar dat er iets van oorlog tot mij doordrong, in 43 en vooral 44 kwam er een beetje beeld van de situatie; ik zag razzia’s en veel Duitse soldaten, en misschien voelde ik ook onrust bij mijn ouders. Het enige oorlogsbeeld wat ik uit die tijd heb, was de keer dat wij langs een huis liepen waar plotseling een paar soldaten met veel lawaai naar buiten kwamen; ik schrok en ben huilend weggerend.

De spanning bij mij ouders was logisch; mijn vader werkte de bezetter waar mogelijk tegen. Ik weet bijvoorbeeld, dat  er in het begin van de oorlog een Engelse parachutist in Warmond was geland; mijn vader moest dit aan de bezetter melden, maar hij deed dit pas toen de Engelsman al lang vertrokken was.

Mijn vader wist alles van de activiteiten van de ondergrondse en gaf hun alle ruimte en mogelijkheden en ook overlegde hij met hen. Dit is mij door mijn moeder later verteld en een paar jaar geleden nog bevestigd door een van de leden van het voormalige verzet, de heer van Elburg, hij zei letterlijk: “Uw vader wist alles”

In ’44  werd ik mij meer bewust van de oorlog; ik zag razzia’s en een keer Duitse soldaten die marcheerden met in hun midden een paar mannen in sportkleding, vermoedelijk opgepakte watersporters.

En toen kwam september ‘44.     …Ik was 6 jaar….
Op 5 september ‘s morgens vroeg  kuste mijn vader, mijn broer en mij ten afscheid, hij zou een paar dagen weggaan … de dag erna bleek het een afscheid  voor altijd te zijn geweest.

Wij gingen die ochtend naar school. ’s Middags werden wij door een goede kennis van school gehaald, wij bleven bij die kennis tot aan het einde van de middag toen mijn moeder kwam en ons vertelde dat pappie door de Duitsers was opgepakt; zij had hem bezocht, … morgen zou zij weer naar hem toe mogen gaan. Wij gingen met mama terug naar ons huis.

De volgende ochtend bracht mama ons naar haar oom die vlak bij ons woonde. Later zou zij naar het seminarie gaan om mijn vader te bezoeken.

Daar aangekomen kwam wethouder Oudshoorn haar tegemoet en hij vertelde haar dat het te laat was… pappie was doodgeschoten….

Hoe onze moeder thuis is gekomen weet ik niet, maar ze kwam binnen en vertelde huilend dat pappie dood was.  Verschrikkelijk…

Het enige wat ik van die dag verder nog weet was, dat ik later met mijn broer, die toen 10 jaar was, samen lang in de tuin heb gelopen en dat wij  veel hebben gepraat en gepraat.

Later bleek dat mijn vader ’s nachts of ‘s morgensvroeg een seintje had gekregen dat hij gezocht werd door de Duitsers; hij ging daarom onderduiken.

In de loop van de ochtend kwam het bericht dat het loos alarm was geweest en dat hij terug kon gaan naar het gemeentehuis. Hij ging daar in overleg met de ondergrondse. …Toen kwamen de Duitsers toch, … de verzetsmensen en mijn vader vluchtten, helaas werd mijn vader gepakt. Hij werd evenals enkele medewerkers van het gemeentehuis ondervraagd; de medewerkers mochten na enige tijd en een kort verhoor naar huis, mijn vader werd verder ondervraagd en opgesloten in het seminarie en werd daar nog verder verhoord. De volgende ochtend werd hij na een kort verhoor, zonder enige vorm van proces ter dood  veroordeeld en achter de Oude Toren gefusilleerd.

De maanden die volgden ging de oorlogssituatie hoe langer hoe meer voor mij leven; de schok was hard aangekomen.

Wij woonden ongeveer halverwege de Herenweg, nu Oranje Nassaulaan, en we zagen de mensen uit de omgeving Leiden langs komen met handkarren, bakfietsen, kinderwagens en andere vervoermiddelen om bij boerderijen te proberen voedsel te bemachtigen, soms in ruil voor servies, kleding, of sierraden.

s ’Avonds of  soms een dag later zagen we weer mensen terug komen met levensmiddelen of met lege karren, ze hadden geen succes gehad, of de aardappelen of tarwe waren door de Duitsers afgepakt.

Een andere herinnering van mij is dat s’ avonds en s’ nachts in straten waar bomen stonden, de bewoners wacht moesten lopen om te voorkomen dat er hout gekapt zou worden.

Het eten was schaars, er was bijna niets, suikerbieten en tulpenbollen stonden op het menu, hoewel mama heeft kunnen vermijden dat mijn broer en ik ook tulpenbollen hebben gegeten. Wel hebben we geholpen bij het pellen van de bollen.

Een cake van suikerbieten was toen een traktatie.

De mensen in het dorp leefden met ons mee, voor zo ver ze dat in hun ellende konden en een aantal Warmondse boeren en melkhandelaren hebben na de dood van mijn vader enige keren verse melk voor mijn broer en mij gebracht.

De hongerwinter was verschrikkelijk.

Eind April ’45 leek er eindelijk een eind aan te komen; we zagen vanuit ons zolderraam de voedseldroppings op vliegveld Valkenburg. En een paar dagen later was er het Zweedse wittebrood. We wilden eten en blijven eten, maar mama stelde op een gegeven moment dat het genoeg was, we waren immers niets meer gewend.

Toen op 4 mei de vrede op komst leek te zijn, mochten wij met een paar vriendjes rood-wit-blauwe vlaggetjes maken van oude stukjes laken en wat waterverf. Op 5 mei mochten we met deze mooie vlaggen al zingend de straat op.

Zodra de Canadese soldaten in de buurt, ik meen Oegstgeest, een kamp hadden opgeslagen liepen we er heen en werden we getrakteerd op biskwie en chocolade en we waren de koning te rijk met handtekeningen van de soldaten.

Tot zover mijn herinneringen aan de oorlog;

Er moest nu gebouwd gaan worden aan een nieuw leven, en voor ons als kinderen was het een ander leven van nieuwe tijden en nieuwe smaken.”

 

Jacoba van Beierenfonds steunt viering 80 jaar vrijheid in Warmond

De Vereniging tot viering van Warmonds Feesten (VWF) ontving onlangs een cheque van € 1.750,- van het Jacoba van Beierenfonds. Deze gift wordt ingezet om de viering van 80 jaar Vrijheid in Warmond, op 5 mei a.s.,  mogelijk te maken. Nu de Warmondse Kaagweek dit jaar vanwege de NAVO-top geen doorgang kan vinden  en de VWF veel inkomsten misloopt, is dit een zeer welkome bijdrage aan het Warmondse Bevrijdingsfeest.

Frans Heemskerk overhandigt namens het Jacoba van Beierenfonds de cheque aan Pieter Wassenaar van de VWF op de plaats waar Warmond op 5 mei de bevrijding viert: de muziektent op de Baan.

Kaagweek 2025 afgelast vanwege NAVO-top

Op 20 december 2024 is de vergunningsaanvraag voor de Warmondse Kaagweek 2025 definitief door de gemeente Teylingen afgewezen. Dit als gevolg van een evenementvrije periode rond de NAVO-top.

In de Veiligheidsregio’s Haaglanden en Hollands Midden mogen gedurende de maanden mei en juni 2025 géén vergunningen afgegeven worden voor de categorie evenementen waartoe de Warmondse Kaagweek behoort.

Daarnaast heeft specifiek de politie aangegeven zelfs tot medio september geen positief advies af te willen geven aan de burgemeester van Teylingen.

Het bestuur van de VWF heeft in de voorbije weken stevig nagedacht over alternatieve data of een alternatieve vorm van ons Warmondse dorpsfeest. Maar door alle opgelegde (extra) beperkende maatregelen en de daaruit voortvloeiende financiële risico’s hebben we moeten besluiten dat er in 2025 géén Warmondse Kaagweek kan worden georganiseerd.

Dat is voor ons, onze leden en vrijwilligers een enorme teleurstelling.

Schrale troost is dat de VWF op 5 mei 2025 (rond de viering van 80 jaar vrijheid) hoogstwaarschijnlijk nog wel een bescheiden feest mag organiseren rond de Muziektent op de Baan.
Daarover volgt later meer informatie.